Fout gedrag: Ernstig en eenmalig

 

  Ik ben agressief naar anderen (leerling of leerkracht).
  Ik bedreig iemand met woorden.
  Ik sticht brand.
Ik laat het brandalarm zonder reden afgaan.
Ik spuit een brandblusser leeg.
  Ik steel iets.
  Ik kom onder invloed van drugs naar school.
Ik deal drugs op school. Ik breng drugs mee naar school.
  Ik kom onder invloed van alcohol naar school.
Ik breng alcohol mee naar school.
  Ik lieg om anderen te benadelen.
  Ik weiger mijn medicatie.
  Ik raak anderen ongewenst aan.
  Ik rook op school.
  Ik raak anderen intiem aan.
  Ik verniel materiaal.
  Ik breng een wapen mee naar school.
  Ik loop weg tijdens de pauze.
  Ik chanteer.
  Ik manipuleer.
Ik pers af.
  Niemand weet waar ik ben. (Onrustwekkende verdwijning)
  Ik trek iemand zijn broek naar beneden.